stromingen en stijlenOntwikkelingen in de tangomuziek
De tangomuziek is vanaf haar ontstaan voortdurend in ontwikkeling gebleven. Eerder is al de introductie van de bandoneon genoemd, waardoor de kleur van de tango veranderde en nog melancholischer werd. Ook is al genoemd het onderscheid tussen de instrumentale tango en de 'tango canción', waarbij de zang een prominente plaats inneemt. Er kunnen binnen de tangomuziek een aantal periodes worden onderscheiden én verschillende stromingen of stijlen binnen hetzelfde tijdperk. |
Guardia vieja, Guardia nueva
|
De tango uit de beginperiode waarin het instrumentarium beperkt was en de muziek zich samen met de dans ontwikkelde wordt 'guardia vieja' genoemd. Eén van de nog steeds bekendste tango's uit deze periode is "El Choclo" van Angel Gregorio Villoldo.
Vanaf ongeveer 1920 komen er door Osvaldo Pugliese, Osvaldo Fresedo, Julio de Caro, Pedro Maffia en anderen vele vernieuwingen in de tangomuziek. De muziek wordt zowel wat betreft het ritme als de melodielijnen complexer en daardoor vaak moeilijker dansbaar. Er begint dan een tweedeling binnen de tango, met enerzijds de orkesten die de dansbaarheid van de tango voorop stellen met duidelijke ritmes en aansprekende melodieën, zoals Francisco Canaro, Juan D'Arienzo en Rodolfo Biagi, en andere orkesten waarbij de muziek meer centraal staat. Dit verschil is tot op heden blijven bestaan. |
Tango nuevo - Piazzolla, Pugliese |
Daarbij spreken we tegenwoordig meestal over de 'oude' of 'klassieke' tango tegenover de 'tango nuevo', waarbij een recentere tango met een makkelijk dansbaar ritme 'klassiek' kan worden genoemd.
De eerste van wie de muziek 'tango nuevo' wordt genoemd en tevens de meest uitgesproken vertegenwoordiger is Astor Piazzolla. Hij combineerde de tangotraditie met klassieke muziek en jazz. Sommige nummers van Piazzolla zijn dansbaar, maar het overgrote deel niet en is daar ook niet voor bedoeld. Pugliese neemt een bijzonder plek in binnen de tango. Al in 1924 scoorde hij een tangohit met "Recuerdo" en hij heeft in de meer dan 70 jaar daarna een grote invloed gehad op vernieuwingen in de tangomuziek. We kunnen zeggen dat 'tango nuevo' wordt gebruikt als benaming voor de muziek van Piazzolla en Pugliese, én van de vele orkesten die zich door deze twee grote vernieuwers laten inspireren. |
neotango |
Vanaf 2000 ontstaat weer een nieuw tangogeluid dat gekenmerkt wordt door het gebruik van elektronische instrumenten en door invloeden uit andere muziek- en dansstijlen. Beide worden respectievelijk wel aangeduid als 'elektronische tango' en 'tango fusion', maar er is geen scherpe grens tussen beide en de benaming 'neotango' omvat beide. Gotan Project staat aan het begin van deze vernieuwingen. Hun eerste album 'La Revancha del Tango' sloeg in als een bom en vond al snel navolging van anderen zoals Carlos Libedinsky, Bajofondo Tango Club, Electrocutango en Tanghetto.
|
Tango, milonga en tangowals |
De tango kent drie dansen: de tango, de milonga en de tangowals.
Zoals al gezegd is de milonga een snelle, vrolijke voorloper van de tango. De milonga vraag om een andere manier van dansen: in plaats van de elegantie en het 'glijden over de vloer' in de tango, gaat het in de milonga vooral om het plezier in het spelen met het ritme door middel van snelle, kleine passen en richtingsveranderingen. De tangowals heeft hetzelfde basisritme (driekwartsmaat) als de Weense wals die iedereen kent, maar met een ander karakter: meer geaard, melancholischer en ritmisch gevarieerder. Hij wordt ook heel anders gedanst dan de Weense of Engelse wals. Het basisritme is langzaam, alleen de eerste tel van de driekwartsmaat wordt gedanst. Dit basisritme wordt onregelmatig afgewisseld met versnellingen op de tweede en/of derde tel. In de tangowals wordt niet voortdurend gedraaid, maar worden rechte passen afgewisseld met verschillende soorten draaiende sequenties van passen. |